Hoe werkt het?

  1. Wat kunt u met de Milieumeetlat voor de glastuinbouw?
  2. Hoe is de milieubelasting in de Milieumeetlat voor de glastuinbouw bepaald?
  3. Welke milieubelasting is aanvaardbaar?
  4. Welk onderscheid wordt er gemaakt tussen toedieningstechnieken?
  5. Hoe wordt de meetlat gebruikt in de praktijk?
  6. Hoe is de milieubelasting precies berekend?
  7. Hoe sluit de Milieumeetlat aan bij de nieuwste inzichten?

 

1. Wat kunt u met de Milieumeetlat voor de glastuinbouw?

De Milieumeetlat is een hulpmiddel om na te gaan hoe schadelijk verschillende middelen voor het milieu zijn. Door vóór aanvang van een bestrijding de milieubelasting van middelen te vergelijken kunt u het minst milieubelastende middel kiezen. Daarnaast kan de Milieumeetlat worden gebruikt om de totale milieubelasting van een seizoen te bepalen en bijvoorbeeld te vergelijken met collega's. De milieu-effecten in de meetlat voor de glastuinbouw zijn weergegeven in milieubelastingspunten (MBP). Hoe schadelijker het middel, des te hoger de score. De score geeft de schadelijkheid van een middel weer ten opzichte van andere middelen.

Deze Milieumeetlat is alleen bestemd voor de bedekte teelten. Informatie over de milieubelasting van middelen in de open teelten vindt u in de Milieumeetlat voor pesticiden in de open teelten.

2. Hoe is de milieubelasting in de Milieumeetlat voor de glastuinbouw bepaald?

Bij de berekening van de milieubelasting is rekening gehouden met de vluchtigheidafbraak en giftigheid van middelen, en met de toedieningstechniek en dosering. Een middel dat bijvoorbeeld giftig is en snel verdampt, zal hoger scoren dan een middel dat weinig giftig is. Middelen die met een ruimtebehandeling zijn toegepast, zullen vaak hoger scoren dan middelen die worden verspoten. De score geeft de schadelijkheid van een middel voor waterorganismen buiten de kas. De score zegt dus niets over het risico van een middel voor de gezondheid van de toepasser. Zie voor meer achtergrondinformatie vraag 6.

3. Welke milieubelasting is aanvaardbaar?

In tegenstelling tot de Milieumeetlat voor open teelten is in de Milieumeetlat glastuinbouw geen vanuit milieu-oogpunt acceptabele norm opgenomen. Dit komt omdat in het toelatingsbeleid van de overheid (nog) geen norm is opgenomen voor de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar de lucht. Door de milieubelasting van middelen, die voor een ziekte of plaag in een bepaalde teelt zijn toegelaten, te vergelijken is het echter wel mogelijk de milieubelasting van middelen onderdeel te maken bij de middelenkeuze. De milieubelastingspunten in de meetlat voor de glastuinbouw zijn niet vergelijkbaar met de milieubelastingspunten in de open teelt.

4. Welk onderscheid wordt er gemaakt tussen toedieningstechnieken?

De emissie (vervluchtiging) van middelen is bij toepassing via een ruimtebehandeling hoger dan bij een andere techniek. De milieuscore van een middel dat is toegepast via een ruimtebehandeling is dan ook hoger dan via een overige techniek. In de Milieumeetlat voor de glastuinbouw wordt met dit verschil rekening gehouden door bij het bepalen van de milieuscore aan te geven welke techniek gebruikt gaat worden. Hieronder hebben we weergegeven welke toedieningstechnieken bij ruimtebehandelingen horen en welke bij overige technieken.

 

Ruimtebehandelingen:

LVM, foggen (Pulsfog, Dynafog en Swingfog), roken, vernevelen met spuitbus, poederverstuiver, zwavelverdamper.

 

Overige technieken:

Colfoggen, gewasgericht nevelen (motorrugnevelspuit, spuitrobot, kooivernevelaar), elektrostatisch spuiten, spuitmast, spuitboom, spuitstok, -lans, -pistool, -geweer, strooien van granulaat, bijdruppelen, grondbehandeling.

5. Hoe wordt de meetlat gebruikt in de praktijk?

Vanuit milieuoogpunt is het belangrijk om de meest milieubelastende middelen zo min mogelijk te gebruiken. Om bedrijfseconomische redenen (bijvoorbeeld de effectiviteit van het middel), maar ook om andere redenen, zullen meer milieubelastende middelen soms toch nodig blijken. Zo kan een middel met een lage milieubelasting soms nadelige effecten hebben op natuurlijke vijanden in vergelijking tot een middel dat iets meer milieubelasting geeft. Om biologische bestrijding in stand te houden kan het nodig zijn een meer milieubelastend middel te kiezen. Voor informatie over de effecten op natuurlijke vijanden verwijzen we naar neveneffectenkaarten van de leveranciers van natuurlijke vijanden. Verder is het ongunstig om hetzelfde middel vaak achter elkaar te gebruiken in verband met het optreden van resistentie. Afwisseling van middelen uit verschillende chemische groepen is noodzakelijk. Om tot een duurzame gewasbescherming te komen is het echter verstandig om ook na te gaan of ziekten en plagen kunnen worden voorkómen, bijvoorbeeld door de inzet van resistente rassen of door klimaatbeheersing. Ook het inzetten van natuurlijke vijanden tegen plagen kan nog verder worden uitgebreid, vooral in de sierteelt. De milieubelasting op de Milieumeetlat voor de glastuinbouw zegt (momenteel nog) niets over het risico van een middel voor de gezondheid van de toepasser. Om veilig met gewasbeschermingsmiddelen te werken moet een teler de gebruikelijke informatie (zoals het etiketvoorschrift en de informatiegidsen) raadplegen.

6. Hoe is de milieubelasting precies berekend?

De Milieumeetlat berekent een score voor elk bestrijdingsmiddel dat in de glastuinbouw is toegelaten. In dit deel geven we aan hoe we deze scores hebben berekend.

 

Emissieroutes en milieubelasting

Gewasbeschermingsmiddelen kunnen na gebruik in de kas op verschillende manieren in het milieu terecht komen. De belangrijkste routes waarlangs gewasbeschermingsmiddelen in het milieu terechtkomen, zijn via de lucht en via condens- en drainwater. Daarnaast kunnen gewasbeschermingsmiddelen bij teelten in de grond via de bodem het grond- en oppervlaktewater bereiken. De emissie van middelen via condens- en drainwater wordt aangepakt via de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (WVO). Vandaar dat deze routes in de Milieumeetlat buiten beschouwing zijn gelaten. De emissie en verspreiding via de lucht is een belangrijke route. Deze route hebben we voor het berekenen van de milieubelasting gebruikt. Voor de teelten in de grond speelt ook de verspreiding via kasbodem en drainagewater een rol. De score via deze route wijkt echter niet af van de score voor emissie via de lucht. Daarom hebben we voor deze route geen aparte milieubelasting berekend.

Voor het berekenen van de milieubelasting van de middelen zijn twee factoren van belang:

  • Hoeveel van de werkzame stof komt in het milieu terecht?
  • Wat is het milieurisico van de werkzame stof?

 

Hoeveelheid die in het milieu terecht komt

De emissie via de lucht is van belang voor zowel teelten in de grond als voor teelten op substraat. De emissie is afhankelijk van de vluchtigheid van de middelen en de toedieningstechniek. De emissie varieert van minder dan 1% tot 40% van de toegediende hoeveelheid. Nadat een stof uit de kas is vervluchtigd (via kieren in de kas (lekventilatie) of door ventilatie bij geopende luchtramen), duurt het nog een tijd voordat het middel op de grond buiten de kas terechtkomt. Een deel van het middel zal in de lucht worden afgebroken. De overgebleven hoeveelheid kan vervolgens een risico vormen voor het milieu.

 

Berekening van de milieubelasting van de werkzame stof

De hoeveelheid van een middel die via de lucht uit de kas is geëmitteerd, kan een risico vormen voor organismen in het milieu. Uit onderzoek blijkt dat waterplanten en -dieren het hoogste risico lopen. De mate van giftigheid voor deze groep organismen gebruiken we voor het berekenen van een score op de Milieumeetlat. Als maat voor de giftigheid gebruiken we het Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor waterorganismen. Dit is de concentratie van het middel in water waarbij 95% van de soorten in het waterecosysteem geen nadelige effecten ondervindt.

 

Berekening van de milieubelasting per product

De score op de Milieumeetlat berekenen we nu als volgt. We delen de hoeveelheid werkzame stof die na 12 uur buiten de kas nog aanwezig is door de MTR voor waterorganismen. Deze score is een relatieve maat voor het milieurisico. Met de scores kan de milieubelasting van verschillende middelen met elkaar worden vergeleken. Van elke werkzame stof die is toegelaten in de glastuinbouw, hebben we de score bepaald. Op basis hiervan hebben we een score berekend voor de handelsproducten die een glastuinder gebruikt. Met deze score en de gebruikte dosering kunt u de milieubelasting van gewasbeschermingsmiddelen berekenen zoals we in het voorbeeld hebben toegelicht.

7. Hoe sluit de Milieumeetlat aan bij de nieuwste inzichten?

De laatste jaren verschijnen steeds meer onderzoeken naar emissie uit de glastuinbouw. Afhankelijke van de omstandigheden (mate van spuien) kunnen andere emissieroutes dan die via de lucht belangrijk zijn. CLM gaat na op welke manier dit ind e Milieumeetlat verwerkt kan worden.